Werkexploratie
Zicht krijgen op werk en beroepen
- Wat heb je deze week op stage / vakantiewerk / met praktijkles gedaan?
- Met hoeveel plezier ga je naar stage / vakantiewerk /praktijkles?
- Wat zie ik als ik jou aan het werk zie?
- Hoe is de sfeer?
- Hoe start jij je dag op stage / werk?
- Je bent een dag directeur van het bedrijf waar je stage loopt, wat zou je veranderen?
- Welke werkzaamheden doe je met veel plezier?
- Hoe zou je jouw werk nog leuker kunnen maken?
- Wat is de leukste taak hier?
- Welke taken maken jou enthousiast?
- Lukt het om die taak alleen uit te voeren?
- Zijn er dingen op je stage die moeilijk voor je zijn?
- Waar maken mensen die dit werk doen zich zorgen over?
- wat vinden ze moeilijk?
- Tegen welke problemen lopen ze aan in hun werk?
- Kun je voor- en nadelen noemen van dit beroep / deze funktie?
- Wat heb je tijdens je stage als teleurstellend ervaren en wat zegt dit over jou?
- Wat wil je bereiken in je werk?
- Wat verwacht je van je werk?
- Wat wil je absoluut niet doen?
- Welke stages heb je gelopen en wat vond je hier wel of niet leuk aan?
- In welke sector / branche /afdeling wil je graag werken en waarom?
- Hoe zou je kunnen uitzoeken of er ook werk is?
- Wie is je voorbeeld en wat doet hij/zij?
- Welk werk doet je vader / moeder / buurman / broer, etc? Wat doet hij / zij?
- Wat kun je gebruiken om er achter te komen hoe dat werk er uitziet?
- Hoe kun je dat gebruiken?
- Hoe betrouwbaar is die informatie?